Jeanne de Grefte maakte met haar camera een rondwandeling over haar terrein.
Door het presenteren van haar foto’s maakten wij tijdens de jaarvergadering deze wandeling met haar mee en genoten van haar kleurrijke verhaal erbij.
Via omzwervingen arriveerde het echtpaar Wim en Jeanne de Grefte in de 80er jaren in het buurtschap Appel, om daar de historische Gelderse boerderij De Schardepot te gaan bewonen. In documenten uit de 18e eeuw komt de naam De Schaerdepoort voor, wat kan betekenen: de poort naar de heide voor de schapen.
Als bewoonster en de “vrouw des huizes” ontpopte zij zich meer als “de vrouw der tuin”. De omgeving inspireerde haar om deze flink aan te pakken, want, zegt ze “het huis verdiende een mantel die om haar paste.” De verontruste vorige eigenaar kon het niet laten: “Je gaat er toch geen park van maken?” Nee, er kwam beslist geen grote vijver of slangenmuur, maar wel aandacht voor het behoud en herstel van historische elementen. Er werd een tuin- en landschapsarchitecte ingeschakeld die om adviezen werd gevraagd, de bekende Heilien Tonkens. Zo kwamen er beukenhagen om het terrein, werden de oude fruitbomen in de boomgaard opgefrist, en de poel werd hersteld, waar vroeger de schapen “gewassen” werden. Nu is het vooral een verblijfplaats voor wilde eenden.
Jeanne is dol op borders in de tuin. Maar ook van perkjes met buxusranden die aan verschillende zijden van het huis met o.a. hortensia’s en helleborussen aangelegd werden. Ook grassoorten kregen hier een plek om te gedijen. En omdat Jeanne ook van bloemschikken houdt, kwam er een pluktuin voor eenjarige bloemen, dicht in de buurt van de twee hooibergen die bij de oude hoeve hoorden.
Op het terrein bevinden zich naast de honderd oude eiken veel inheemse bomen en struiken, waar de vogelkers zich tussen gedrongen heeft. En deze woekeraar is de enige die niet welkom is tussen de elzen, hazelaars, esdoorns enz. Dat betekent wel hulptroepen inschakelen. In het voorjaar valt er veel te genieten van de sneeuwklokjes, narcissen, bosanemoontjes, speenkruid en daslook. Ook ligt er een perceel oud bos, een woekerbosje noemt Jeanne dit deel dat bereikbaar is via een bruggetje over een kleine beek of sloot. In geen dertig jaar is er iets gedaan. Er zou zelfs een dassenburcht te vinden zijn. De uilenkast die het IVN er ooit heeft opgehangen wordt jaarlijks bewoond. Dus als Jeanne ’s avonds met haar hond een ommetje maakt, laat een bosuil zich nog al eens horen.
Als het maar even goed weer is dan zoekt Jeanne de mooiste plekjes in haar tuin op, en een ervan is aan de rand, waar ze vanaf een bankje geniet van het uitzicht op de grazende koeien in de wei. En bankjes staan er overal…
Als het aan haar lag, dan vertelde ze nog uren door over al haar belevenissen en ervaringen, over het genieten van alle vogels, de planten en struiken die het tóch weer doen, over de keramische kunstwerken die haar inmiddels overleden echtgenoot maakte en een fraaie toevoeging zijn in de tuin. Voor ons als luisteraar waren we het allemaal eens: zó bijzonder te horen dat zo’n oud gebied met zoveel liefde en respect voor de historische waarde wordt bewoond.
Via omzwervingen arriveerde het echtpaar Wim en Jeanne de Grefte in de 80er jaren in het buurtschap Appel, om daar de historische Gelderse boerderij De Schardepot te gaan bewonen. In documenten uit de 18e eeuw komt de naam De Schaerdepoort voor, wat kan betekenen: de poort naar de heide voor de schapen.
Als bewoonster en de “vrouw des huizes” ontpopte zij zich meer als “de vrouw der tuin”. De omgeving inspireerde haar om deze flink aan te pakken, want, zegt ze “het huis verdiende een mantel die om haar paste.” De verontruste vorige eigenaar kon het niet laten: “Je gaat er toch geen park van maken?” Nee, er kwam beslist geen grote vijver of slangenmuur, maar wel aandacht voor het behoud en herstel van historische elementen. Er werd een tuin- en landschapsarchitecte ingeschakeld die om adviezen werd gevraagd, de bekende Heilien Tonkens. Zo kwamen er beukenhagen om het terrein, werden de oude fruitbomen in de boomgaard opgefrist, en de poel werd hersteld, waar vroeger de schapen “gewassen” werden. Nu is het vooral een verblijfplaats voor wilde eenden.
Jeanne is dol op borders in de tuin. Maar ook van perkjes met buxusranden die aan verschillende zijden van het huis met o.a. hortensia’s en helleborussen aangelegd werden. Ook grassoorten kregen hier een plek om te gedijen. En omdat Jeanne ook van bloemschikken houdt, kwam er een pluktuin voor eenjarige bloemen, dicht in de buurt van de twee hooibergen die bij de oude hoeve hoorden.
Op het terrein bevinden zich naast de honderd oude eiken veel inheemse bomen en struiken, waar de vogelkers zich tussen gedrongen heeft. En deze woekeraar is de enige die niet welkom is tussen de elzen, hazelaars, esdoorns enz. Dat betekent wel hulptroepen inschakelen. In het voorjaar valt er veel te genieten van de sneeuwklokjes, narcissen, bosanemoontjes, speenkruid en daslook. Ook ligt er een perceel oud bos, een woekerbosje noemt Jeanne dit deel dat bereikbaar is via een bruggetje over een kleine beek of sloot. In geen dertig jaar is er iets gedaan. Er zou zelfs een dassenburcht te vinden zijn. De uilenkast die het IVN er ooit heeft opgehangen wordt jaarlijks bewoond. Dus als Jeanne ’s avonds met haar hond een ommetje maakt, laat een bosuil zich nog al eens horen.
Als het maar even goed weer is dan zoekt Jeanne de mooiste plekjes in haar tuin op, en een ervan is aan de rand, waar ze vanaf een bankje geniet van het uitzicht op de grazende koeien in de wei. En bankjes staan er overal…
Als het aan haar lag, dan vertelde ze nog uren door over al haar belevenissen en ervaringen, over het genieten van alle vogels, de planten en struiken die het tóch weer doen, over de keramische kunstwerken die haar inmiddels overleden echtgenoot maakte en een fraaie toevoeging zijn in de tuin. Voor ons als luisteraar waren we het allemaal eens: zó bijzonder te horen dat zo’n oud gebied met zoveel liefde en respect voor de historische waarde wordt bewoond.